Toen ik, inmiddels alweer twintig jaar geleden, voor het eerst in aanraking kwam met de Gordonmethode, was ik meteen enthousiast. De Gordonmethode is praktisch en toepasbaar en heeft een duidelijk en bruikbaar model.
Voor mij was het een eye-opener: zó kun je met anderen (kinderen) omgaan: positief en opbouwend (dus zonder kil te worden of juist zweverig…).
De kern van de methode is communicatie, op een respectvolle manier. Bij het opvoeden van kinderen speelt communicatie een belangrijke rol. Je laat immers (bijvoorbeeld) met woorden je afkeuring blijken als een kind iets ‘vervelends ’ doet en geeft een aai over de bol (non-verbale communicatie) om aan te geven dat je een kind lief vindt. De Gordonmethode maakt duidelijk dat door gebruik te maken van enkele specifieke vaardigheden, je een kind op een positieve manier kan helpen opgroeien. Je kunt het zelfvertrouwen van kinderen versterken, het kind het gevoel geven de moeite waard te zijn. Bijvoorbeeld door op een sensitieve manier te luisteren naar het kind. Maar ook door grenzen te stellen op een niet-veroordelende manier.
In de Gordontraining wordt ruim aandacht besteed aan manieren van grenzen stellen. Welke effect heeft de ene manier en welke de andere? Zo kun je een meer gerichte keuze maken hoe je over wílt komen op het kind en wat je wilt bereiken. Ook wordt aandacht besteed aan hoe je met ruzies tussen kinderen kunt omgaan. En het leuke is: een (goed opgeloste) ruzie blijkt dan tevreden kinderen én tevreden opvoeders te geven in plaats van een langdurig vervelende sfeer…. Deze methode leert kinderen zich in te leven in anderen én op te komen voor zichzelf. Vaardigheden die het ‘democratisch burgerschap’ondersteunen.
Er zijn Gordontrainingen voor ouders en voor beroepskrachten. De Gordontraining bestaat uit acht bijeenkomsten van 2 ½ uur.
Er wordt in de training gebruik gemaakt van origineel, geautoriseerd materiaal, afgestemd op de deelnemers.
De Gordonmethode heeft als basis model het ‘gedragsraam’. Het gedragsraam laat zien wie welk probleem heeft en welke vaardigheden bruikbaar zijn in de verschillende situaties.
In de training komen de volgende onderwerpen aan bod:
– Het onderscheid tussen gedrag en oordeel.
– Hoe kun je duidelijk communiceren.
– Welk effect hebben diverse opvoedstijlen.
– Hoe kun je een kind helpen dat ergens mee zit.
– Oefenen met het gebruik van ik-taal en actief luisteren.
– Hoe stel je duidelijke grenzen.
– Oefenen met technieken als overschakelen, overlegmethode en dergelijke.
– Omgaan met kinderruzies.
– Omgaan met waarden.